Leeswijzer
Dit boek is opgebouwd uit drie delen, voor de visueel ingestelden onder ons: een deel voeten, handen en ogen.
Het eerste deel is met de voeten in de aarde, de basis.
Hoe staat het ervoor met de ouderenzorg, hoe word je gezond oud, met welk doel en plan begin je met ouderenzorg in de praktijk, welke rol kan er zijn voor een praktijkondersteuner, hoe belangrijk is samenwerking bij ouderenzorg en van welke wetten en regels moet je op de hoogte zijn?
Het tweede deel is de handen uit de mouwen, aan de slag, met het opzetten van ouderenzorg in de huisartsenpraktijk.
De handreiking Kwetsbare ouderen thuis is daartoe een prachtig handvat en deze wordt uiteengezet in het eerste hoofdstuk van dit deel en stukjes uit de handreiking komen verderop terug. Daar lees je over hoe je bepaalt wie er kwetsbaar is en hoe je selecteert met wie je aan de slag kan gaan. En hoe je inventariseert bij een oudere wat er gewenst en nodig is. Hierna leer je een individueel zorgplan opstellen, een multidisciplinair overleg houden, proactieve zorgplanning te doen en medicatie te beoordelen.
Het derde deel is oog hebben voor. Dit deel hebben we vormgegeven aan de hand van de veelgebruikte domeinen indeling SFMPC. Deze wordt gebruikt om alle aandachtsgebieden bij een kwetsbare oudere in beeld te brengen. Je kijkt dan naar de vijf domeinen: Somatisch, Functioneel, Maatschappelijk, Psychisch en Communicatie. Onder elke letter in dit derde deel is een aantal hoofdstukken uitgewerkt, waarbij we compleet hebben willen zijn, maar toch ook keuzes hebben moeten maken om het boek niet vuistdik te laten eindigen.
De huisartsenpraktijk die net begint met ouderenzorg zal vooral baat hebben bij het opzetten van de zorg met behulp van deel 1 en deel 2, waarbij de aansporing steeds zal zijn: begin klein. We verwachten dat praktijken met meer ervaring in de ouderenzorg in deel 3 inspiratie opdoen om net een stapje verder te gaan en groter te denken. Bijvoorbeeld door een valpreventieprogramma op te zetten of meer oog te hebben in het team voor gezondheidsverschillen, of persoonlijkheidsstoornissen. Je leest waar je in je netwerk terechtkunt als je een oudere die slecht slaapt of de deur niet meer uit durft zelf niet voldoende op weg geholpen krijgt en… dat ouderen ook gewone mensen zijn, met bijvoorbeeld seksuele gevoelens. En ook: wanneer is het moment gekomen om diagnostiek bij een vergeetachtige oudere voor te stellen en waar kun je aan denken en wat kun je doen als die oudere ’s nachts onrustig begint te worden. Dit is allemaal te vinden in het derde deel van dit boek!
Wat de oudere patiënt zelf (nog) wil komt gelukkig steeds meer centraal te staan in het werken met ouderen. Hoe je dat centraal zetten aanpakt wordt uitgebreid toegelicht op diverse plekken in het boek. Regelmatig wordt daar dan ook de werkwijze van positieve gezondheid genoemd. Het NHG beveelt werken met deze methode niet expliciet aan, de aanbevelingen over deze aanpak geeft de visie weer van de desbetreffende auteur(s) en niet die van het NHG.
Ook worden er door het hele boek diverse meetinstrumenten genoemd die niet (of niet allemaal) in richtlijnen van het NHG worden aanbevolen. Deze aanbevelingen komen dus ook op het conto van de desbetreffende auteurs.
De rol van praktijkondersteuner huisartsenzorg wordt steeds vaker vervuld door een praktijkverpleegkundige, wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist of physician assistant. Om dit niet tot vervelens toe steeds weer uit te leggen, hebben we gekozen voor de titel praktijkondersteuner (POH), maar anderen die dit werk doen worden hier met nadruk ook bedoeld.
We hebben ervoor gekozen de huisarts en praktijkondersteuner als ‘haar’ aan te spreken, vanwege de grote hoeveelheid vrouwen werkzaam in de eerstelijnszorg. Laat mensen met een ander gender zich ook aangesproken voelen door dit boek!
Ook hebben we gekozen voor de jij-vorm. In de huisartsenzorg is het sinds jaar en dag gewoonte om elkaar te tutoyeren. Waar u liever met u aangesproken wordt, voel de vrijheid om dit in uw hoofd te vervangen!
De digitalisering in de ouderenzorg is gaande, van programma’s die de frailty van patiënten kunnen bepalen tot en met apparaten die ervoor zorgen dat mensen niet vergeten hun medicijnen in te nemen. Waar er mogelijkheden zijn om werk uit handen te nemen zonder de zorg te ‘verrobotiseren’, hebben we auteurs gevraagd dit toe te lichten.
Bepaalde veelgebruikte bronnen worden niet in elk hoofdstuk opnieuw vermeld: de NHG-website, het boek Protocollaire ouderenzorg, de handreiking Kwetsbare ouderen thuis. Zie onderaan deze leeswijzer. De specifieke literatuurverwijzingen (bronnen) en leestips staan achteraan elk hoofdstuk.
Documenten die belangrijk zijn, maar niet in het boek pasten en urls zijn te vinden op de website die bij dit boek hoort: www.ouderenzorgindehuisartsenpraktijk.nl.
Als je in de kantlijn een vergrootglas ziet, is er een document of url over het onderwerp te vinden op de website.
Waar het motto van dit boek terugkomt, is dit groen gekleurd: Ouderenzorg is netwerkzorg!
Bronnen
Maurik-Brandon S van, Dam VH ten, Dautzenberg PLJ. Protocollaire ouderenzorg. Utrecht: NHG; 2015.
Wind A, Velde B te, Neumann R, et al. Kwetsbare ouderen thuis. Handreiking voor integrale zorg en ondersteuning in de wijk, april 2021.
www.beteroud.nl
www.farmacotherapeutischkompas.nl
www.laego.nl
www.nhg.org
www.nvvpo.nl
www.thuisarts.nl
www.verenso.nl
www.vilans.nl
www.zorgvoorbeter.nl